Bij zo’n nee kan het verdrag met Oekraïne niet zonder meer worden geratificeerd door Nederland. Dat zei premier Mark Rutte woensdagavond in een eerste reactie op de uitslag van het Oekraïne-referendum.
Van de mensen die hun stem uitbrachten, is een duidelijke meerderheid tegen het Europese samenwerkingsverdrag met Oekraïne: 61 procent.
“We gaan stap voor stap verder”, zei Rutte. De uitslag zal in het kabinet en in de Tweede Kamer worden besproken. Ook gaat het kabinet overleggen met de Europese Commissie in Brussel en andere EU-lidstaten, zei Rutte.
“We gaan dit heel zorgvuldig bespreken. Daar gaan dagen zo niet weken overheen.” Hij zei dat hij zich niet wil laten “opjagen”. Hij wil een oplossing zoeken die voor alle partijen “acceptabel” is.
Opkomst boven 30 procent
De opkomst bij het referendum komt uit op 32,2 procent. Dat is de prognose van de Verkiezingsdienst van het ANP op basis van de voorlopige uitslagen van 99,8 procent van de stemmen.
Als de 30 procent niet wordt gehaald, kan Nederland het akkoord met Oekraïne als laatste lidstaat van de Europese Unie gewoon bekrachtigen. Blijkt uiteindelijk toch de drempel van 30 procent te zijn gehaald, dan is het raadgevend referendum geldig. De regering kan de afwijzing van het verdrag overnemen of naast zich neerleggen.
De initiatiefnemers van het referendum zijn blij met de uitslag. "Dit valt niet te negeren, het is sowieso het begin van een discussie over een andere Europese Unie'', zei Thierry Baudet. Ook partijen in de Tweede Kamer die tegen het verdrag zijn, toonden zich tevreden. Dit is het begin van het einde van de EU, twitterde PVV-leider Geert Wilders.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl